Ga naar inhoud
Famiris myIriscare Klachten

Plan voor voortgezette opleiding en specifieke opleidingsverplichtingen

Naar aanleiding van de inwerkingtreding op 1 september 2024 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 18 januari 2024 tot vaststelling van de erkenningsnormen waaraan de voorzieningen voor ouderen moeten voldoen, moeten de voortgezette opleiding en het plan voor voortgezette opleiding  van rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen aan nieuwe verplichtingen voldoen. Daarnaast gelden er een aantal specifieke opleidingsverplichtingen voor bepaalde personeelsleden.

Voortgezette opleiding

  • Principe: alle personeelsleden moeten over een periode van twee jaar ten minste zestien uur voortgezette opleiding volgen, met een minimum van vier uur per jaar.
  • Uitzondering: het verzorgend personeel en het personeel voor reactivering moeten een voortgezette opleiding volgen van ten minste veertig uur per periode van twee jaar, met een minimum van acht uur per jaar.
  • Voor personeelsleden die drie vierden van een voltijdsequivalent of minder presteren, wordt de opleidingsverplichting evenredig aangepast aan de werkelijke arbeidstijd.
  • Maximaal de helft van de verplichte opleidingsuren mag online worden georganiseerd.
  • Maximaal een derde van de verplichte opleidingsuren mag door een personeelslid van de voorziening worden gegeven.
  • Taalopleidingen mogen deel uitmaken van de opleiding.
  • Multidisciplinaire vergaderingen worden niet langer beschouwd als opleidingsuren.

Erkenning van opleidingen door Iriscare

De opleidingen moeten door Iriscare erkend zijn. Hiertoe moet een erkenningsaanvraag worden ingediend via agrements_erkenningen@iriscare.brussels

De erkenning kan aan een voorziening worden verleend voor alle opleidingen die ze verstrekt.

De volgende opleidingen worden automatisch door Iriscare erkend:

1° opleidingen die worden georganiseerd door een universiteit, een instelling van hoger onderwijs of een door de Franse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie of de Vlaamse Gemeenschap erkend opleidingscentrum;

2° opleidingen die worden georganiseerd door de fondsen voor bestaanszekerheid, door de Brusselse Vereniging voor Welzijn op het Werk, door de representatieve federaties van de sector voor ouderenvoorzieningen, en door het Platform voor continue Verbetering van Zorgkwaliteit en Patiëntveiligheid;

3° opleidingen die worden georganiseerd door de ziekenhuisdiensten, de platformen voor palliatieve zorg en het federaal platform voor ziekenhuishygiëne;

4° opleidingen die worden georganiseerd door een personeelslid dat in het thema is gespecialiseerd.

Plan voor voortgezette opleiding

De voorziening stelt, in samenwerking met de personeelsleden en hun vertegenwoordigers, voor elke personeelscategorie een plan voor voortgezette opleiding op. Dat plan is gespreid over twee jaar.

Het plan heeft betrekking op de periode van 1 september X tot en met 31 augustus X + 2 (dus in 2024, van 1 september 2024 tot en met 31 augustus 2026).

Het plan bevat ten minste:

  • het thema en de beschrijving van de geplande opleidingen;
  • de categorieën van personeelsleden die de opleidingen krijgen;
  • de nagestreefde doelstellingen;
  • de redenen voor de invoering van die opleidingen.

Het plan voor voortgezette opleiding is aangepast aan de functie en de behoeften van het personeel.

Bij de opstelling ervan wordt rekening gehouden met het leefproject van de voorziening of de problemen die zijn vastgesteld in de voorziening.

Het plan voor voortgezette opleiding omvat in ieder geval regelmatige opleidingen over:

1° de goede behandeling van ouderen en de betrekkingen met de ouderen;

2° de geriatrie;

3° de diversiteit, met name multiculturaliteit, genderidentiteit en seksuele geaardheid;

4° de zorgkwaliteit en het proces van voortdurende verbetering;

5° de begeleiding en participatie van ouderen;

6° de interne betrekkingen binnen de teams;

7° het levenseinde;

8° de begeleiding van de bewoners met ernstige cognitieve stoornissen of dementie.

De voorziening houdt een overzicht bij van het aantal uren en de opleidingen die elk personeelslid heeft gevolgd.

Het wordt sterk aanbevolen dit model van plan voor voortgezette opleiding te gebruiken (binnenkort beschikbaar).

Indiening van het plan voor voortgezette opleiding bij Iriscare

Het plan voor voortgezette opleiding moet om de twee jaar vóór 1 juni bij Iriscare worden ingediend via agrements_erkenningen@iriscare.brussels,, maar hoeft niet langer vooraf ter goedkeuring te worden voorgelegd.

Specifieke opleidingsverplichtingen voor bepaalde personeelsleden

De directeur moet deelnemen aan een voortgezette opleiding van minstens 24 uur per jaar.

De opleiding omvat regelmatige opleidingen over:

1° de goede behandeling van ouderen en de betrekkingen met de ouderen;

2° de geriatrie;

3° de diversiteit, met name multiculturaliteit, genderidentiteit en seksuele geaardheid;

4° de zorgkwaliteit en het proces van voortdurende verbetering;

5° de begeleiding en participatie van ouderen;

6° de begeleiding van de bewoners met ernstige cognitieve stoornissen of dementie;

7° het levenseinde;

8° het management.

Vanaf 1 januari 2026 moeten hoofdverpleegkundigen ten minste 24 uur voortgezette opleiding hebben gevolgd op het gebied van teammanagement, efficiëntie en welzijn op het werk.

De referentiearts moet tijdens elke periode van twee jaar een voortgezette opleiding van minstens 12 uur volgen. Daarin moeten onderwerpen aan bod komen in verband met geriatrie, palliatieve zorg, het levenseinde, crisisbeheer of veranderingen in de regelgeving met betrekking tot deze onderwerpen.

Uiterlijk twee jaar na zijn aanwijzing moet de coördinerend en raadgevend arts houder zijn van een attest verkregen na een specifieke opleidingscyclus te hebben gevolgd die toegang geeft tot de functie van coördinerend en raadgevend arts.

Het attest kan worden verkregen na een opleidingscyclus met vrucht te hebben gevolgd van minstens 24 uur gespreid over maximaal twee jaar en die is erkend door Iriscare.

Deze opleidingscyclus omvat minstens de volgende onderdelen:

1° de regelgevingen voor de voorzieningen voor ouderen, met inbegrip van de rust- en verzorgingstehuizen;

2° de specifieke kenmerken van de geriatrische geneeskunde;

3° de preventie van infecties en het beheer van de antibiotherapie;

4° de communicatietechnieken.

Om zijn kwalificatie als coördinerend en raadgevend arts te behouden, moet de betrokken arts tijdens elke periode van twee jaar een voortgezette opleiding volgen van minstens 12 uur. Daarin moeten onderwerpen aan bod komen in verband met geriatrie, palliatieve zorg, het levenseinde, crisisbeheer of veranderingen in de regelgeving met betrekking tot deze onderwerpen.

Wetteksten